Hallo allemaal,

We hopen dat jullie allemaal een fijne zomertijd hebben gehad.
De zomer is op de kalender voorbij, van herfst is nog geen sprake, het is nog volop aan het zomeren, vandaag nog 31°C, ‘niet normaal man!’

We hebben vanaf het voorjaar tot nu toe regelmatig bezoek gehad, waaronder veel familie en vrienden die ons geholpen hebben met ‘klussen’, maar ook mooie avonden met copieuze maaltijden en goed gesprekken, en er komt nog meer bezoek

 

De keuken in de grote zaal is klaar, de vloer van de zaal is betegeld. Buiten hebben we de put gerestaureerd, lage muurtjes gemaakt om niveauverschillen van het terrein stevigheid te geven.

Een omheining van het zwembad is gemaakt ‘aux normes’ .

Er is ruim 40 ton grind gestort op ‘het terras’, (waar eerst geotextiel is gelegd), wat wij -met behulp van een vriend- hebben verdeeld met kruiwagens en geëgaliseerd met harken, een grote en zware klus, zeker bij tropische temperaturen; er doemden bij ons beelden op van zwoegen aan de Birma spoorweg en afzien op de katoenvelden in de tijd van de slavernij.

 

Ook zijn we verder gegaan met de toekomstige gites/chambre d’hote, aan een kant zijn de balken verlaagd om op niveau te komen, daarna zijn deze balken ontspijkerd, en het stof van decennia verwijderd.
Er is een raam en een deuropening gemaakt in een buitenmuur van 40 centimeter dik.
tussen de parterre en de eerste verdieping zijn een aantal balken vervangen, en hebben we vloerdelen gelegd, hierop moet in de toekomst licht beton gestort worden, om een goede geluidsisolatie tussen de gites te bereiken.

 

Wat betreft vergunningen zijn er nog geen nieuwe kinken in de kabel.

We zijn met vrienden van hier een dagje naar het strand geweest, het was een mooie tocht van 2.5 uur, over St.Pons naar Valras Plage, en onderweg een ‘pique-nique’.
Het is een fraai strand en het was heerlijk om de zee weer te horen en een beetje te voelen (pootje baden) en de zilte lucht in te ademen. Na een paar uur luieren en fotograferen zijn we naar Béziers gereden, een gigantisch onweer brak los, het water kwam met bakken uit de hemel, de rioolkolken konden het amper aan. Maar het was weer droog toen we de Cathédrale St. Nazaire binnen liepen. Vanaf het voorhof kun je in de diepte het ‘canal du midi’ zien liggen (het kanaal van de Middellandse zee naar Toulouse, vanaf Toulouse kan je over de Garonne naar de Atlantische oceaan)
We hebben nog even in de zon op een terrasje gezeten, en bij thuiskomst in Cahuzac was er Boeuf Bourguignonne à la maison, het was heel gezellig.


Begin augustus organiseerden onze buren een muziekavond met diner.
Het begon met een recital van een jonge cellist, hij speelde Bach, het was een mooi optreden in een bijzondere omgeving, tussen de wijnvelden en de lange zomerzon.

Onze buurjongen, zijn klasgenoot en vriend, ging voor hem met de pet rond, hij is tenslotte nog student.

Het diner was aan lange tafels, iedereen had een gerecht gemaakt en deelde dat met anderen, een soort ‘going Dutch’, ofschoon de wijn hier rijkelijk door de gastheer werd geschonken.

Het natafelen werd verstoord door een heftige onweersbui met veel geknetter en lichtflitsen, het ging net zo snel als dat het kwam.

Dus even later zaten we allemaal weer buiten en begon er een open podium in een half open schuur, o.a. was er een Engelse moeder met twee dochters die een geweldige zangshow voordroegen en daarbij zelf gitaar speelden. Er kwamen nog meer optredens van behoorlijk hoge kwaliteit waarbij onze jonge cellist zich ook verdienstelijk maakte als een hele goede bassist op z’n cello. Tot in de late uurtjes bleef het een mooie zwoele zomeravond.

 

We hadden een feestavond in Cahuzac met ‘moules frites’, het weer was die avond een beetje Hollands en de muziek deed ons denken aan de film ‘de fanfare’, hoempapa met veel koperwerk.
Er was ook een optreden van een band in een naburig dorp, het was een hommage aan Serge Gainsbourg, de franse zanger die in Nederland vooral bekend is vanwege het nummer ‘je t’aime, moi non plus’, het bekende ‘kreunlied’ wat hij samen met Jane Birkin zong.

Na vierendertig jaar een grote grange met annexes en een ‘tres belle vue’ in Nonette in de Auvergne gehad te hebben, is het uit de familie, Piet en Ine hebben het verkocht, het ging ons allemaal erg aan het hart, maar het is niet anders.
De verkoop ging sneller dan de makelaar had verwacht, dus de verhuizing moest ook vlot geregeld worden. We hebben hier een bus gehuurd van 20 M3 en zijn naar de Auvergne gereden, zo’n vier uur rijden. Daar hebben we met z’n zessen, Piet, Ine, René en John en wij de bus gevuld, die 20 kuub was wel nodig! John had op papier een puzzel gemaakt om de spullen er allemaal in te krijgen.
De overburen kwamen op het aperitief om afscheid te nemen, en het diner was volgens traditie en familierecept een heerlijke ‘coq au vin’.
De volgende dag zijn we weer terug gereden naar Cahuzac, wij en John, met de bus en de anderen met de auto. 20 km voor Cahuzac bij een sanitaire stop ontdekte een van ons dat er brandstof uit de laadruimte lekte, we beredeneerden dat het petroleum uit een Zibrokachel moest zijn, die op dat moment onmogelijk te bereiken was, dus moesten we lekkend verder.
De bus hebben we dezelfde middag gelost en schoongespoten en de hele inboedel op de vloer boven het nieuwe sanitair gezet, erna, ’s avonds, volgens ònze traditie ‘confit de canard’ gemaakt.
De volgende ochtend vroeg naar ‘auto LeClerc’ om de bus af te leveren, gelukkig deed men, bij het checken van de bus, niet moeilijk over de grote vlek in de laadruimte en de petroleum- lucht.
Een dag later kwamen we er achter dat een cameratas met inhoud nog onder de bank in de cabine van de huurwagen moest zijn, gelijk gebeld, maar de ‘camion’ was weer verhuurd.

De receptioniste zou de huurder bellen, maar deze bleek de hele dag onbereikbaar. We kregen het warm bij de gedachte de kostbare camera kwijt te kunnen zijn, los van het feit dat ook de opnamen verloren zouden zijn, men zou zomaar kunnen zeggen “nee hoor er ligt geen tas in de cabine, niets gevonden”.

Gelukkig het verlossende telefoontje; de huurder was bereikt en had de tas gevonden.

Bij de verhuurafdeling kwam een man met in zijn hand de tas naar ons toe en grapte nog dat de tas van hem was. Gelukkig gaat er in ons leven ook weleens iets goed;)

 

Gezien:
Een hagedis in het gardena-koppelstuk van twee tuinslangen, dat was de oorzaak van de verstopping, arm beest. Een ander heeft zich in de spuitkop verschanst, waarschijnlijk om te drinken, maar heeft het ook met z’n dood moeten bekopen.

In de eikenbomen hoor je regelmatig het eerste getimmer van een jonge groene specht, voorzichtig leren, zonder veel hoofdpijn, om volgend voorjaar een mooie roffel te kunnen maken.

In de achtergevel op het zuiden zijn veel dwergvleermuizen gehuisvest die we in de schemering hier rond zien wapperen.

In de ruimte voor de toekomste gites, fladderde wild een hop (vogel) tegen de zoldering, opgeschrikt door onze plotselinge aanwezigheid, daarbij telkens de fraaie hanekam opzettend.

Ook deed een fladderende duif mee aan de paniek, en zat een zwart roodstaartje hard te ‘tetten’ om haar jongen in het nest op het dakspant te doen zwijgen voor het gevaar.

Door de grote metalen deuren te openen konden ze vluchten, en keerde de rust weer.

Bijzonder om de schuwe hop van zo dichtbij te zien.

Het eerste moeder-ree met jong zagen we van de ene naar de andere bossage op de akker oversteken. Moeder staat eerst midden in het veld en geeft een soort signaal waarna het jong een enigzins klunzige sprint naar de moeder neemt, samen staken ze verder over.

En de altijd terugkerende ruzie tussen zwarte kraaien, gaaien en eksters, allemaal familie, een soort Tokkies onder de vogels, “al wat kraai is, is gajes!”

Ook proberen we van de duivenfamilie af te komen, om te voorkomen dat ook onze nieuwe houten vloer wordt vol gepoept, zoals ze dat in de toren ook al gedaan hebben. Alle gaten hebben we dicht gepropt of dicht gemetseld.
De duiven zitten nu beteuterd te kijken vanaf de elektriciteitsdraden naar hun toren waar ze zo wreed uitgezet zijn.

Eén, twee, drie mieren, vier, vijf, meer, nog meer, veel, heel veel, honderden, duizenden.
Een tienduizend koppig leger van grote zwarte mieren had besloten diagonaal over het terras bij het zwembad te marcheren, het werd een vlek, die werd zwarter en zwarter, groter en nog groter, wat kon het onheil nog keren? Wat moesten we doen….. onmiddellijk een besluit nemen!
Oui “une bombe”, we zetten “dikke Berta” in, onze enige kans; een grote spuitbus van Bayer.
Gelukkig stond er weinig wind, ze werd leeggespoten over de marcherende mierschappen. Pas toen de spuitnevel opgetrokken was ontwaarden we de duizenden levenloze lichamen met zo nu en dan nog een kreupele stumper gedesoriënteerd, verdwaasd om zich heen kijkend, maar ook hier zou een tweede “dikke Berta” nog eenmaal toeslaan, om ook de laatste resten van de vijand te elimineren, en zo geschiede. Het was een waar slagveld, maar waarom hier? bij het zwembad?.............. Water, L’eau?

 

Er hebben hier zeven druivenplukkers overnacht, ze kwamen uit Bretagne, ze verbleven hier drie nachten en door ons werd het ‘petit déjeuner’ verzorgd.
Twee sliepen er in de caravan, twee bij de sauna, en drie in de grote zaal. Ook was er een ‘Pim Fortuyn’ hondje bij, dat heel chique tijdens het oogsten onder een parasol van ons zat, speciaal meegegeven omdat het zo warm was.
Het zijn wijnliefhebbers die lid zijn van een oenologie-vereniging in Bretagne, onze contactpersoon was “le Président de l'association "Entre Mer et Vin"” mooi voor een wijnclubje!
Twee dagen hebben ze onze buren, Astrid en Olivier, geholpen met het oogsten, ’s avonds kwamen ze al lallend en zingend over de heuvel als de zeven dwergen weer thuis.


Zo, dat was het weer even uit het enerverende franse leven.

Au revoir, Pauline en Maarten